Blessurepreventie

Blessurepreventie is het gezonde lichaam gezond houden. Het lichaam (bewegingsapparaat) moet beoordeeld en behandeld worden als het nog gezond is. In het algemeen wordt het pas behandeld, als het kwaad al is geschied. Er wordt dan behandeld op basis van een blessure. Deze blessures zijn een enorme kost voor de club. Bovendien werd er aangetoond dat ploegen die te maken hebben met veel blessures meestal lager gerangschikt staan dan ploegen met minder geblesseerde spelers. En een laatste argument voor de blessurepreventie is de ontwikkeling van de jeugdspeler. Indien een jeugdspeler lange tijd afwezig is van de training door een blessure zal hij uiteraard minder kansen krijgen om zich te ontwikkelen tot een goede voetballer. Met deze drie stevige argumenten willen we de trainers, spelers en ouders overtuigen van de effectiviteit van blessurepreventie.

Over het mechanisme van het ontstaan van sportblessures zijn nog een groot aantal vragen onbeantwoord. Mogelijke oorzaken zijn interne, persoonsgebonden (endogene) factoren en externe, omgevingsgebonden (exogene) factoren. Deze laatste hebben meer te maken met de keuze van het materieel en schoeisel en ook bodemgesteldheid en klimaat spelen hierin een belangrijke rol. 
Blessurepreventie is het totaal aan maatregelen die men kan nemen, om schade aan de gezondheid ten gevolge van sportbeoefening te voorkomen. Bij blessurepreventie is het belangrijk de reeds genoemde persoonsgebonden (endogene) factoren en de omgevingsgebonden (exogene) factoren optimaal op elkaar af te stemmen. Als belasting (exogeen) afgestemd wordt op de belastbaarheid (endogeen) kan theoretisch gezien nauwelijks een blessure ontstaan. Toch dienen we de nadruk te leggen op één van de grootste exogene factoren in het voetbal namelijk ‘contact’. Hierdoor zijn sommige blessures soms onvermijdelijk. Door de belasting groter te maken dan de belastbaarheid van het lichaam merkt men aanpassingen in het gehele lichaam.

Belangrijk is wel, dat men het lichaam steeds de kans geeft om zich te herstellen (belasting en herstel zijn een functionele eenheid). Bij het sporten blijkt vaak dat de belasting te hoog is en dat hierdoor blessures heel langzaam optreden. De belastbaarheid is voor elke speler individueel verschillend. Aan de hand van een uitgebreide screening moeten we er naar streven om de jeugdspelers steeds individueler te begeleiden. Iemand met een zwak aëroob uithoudingsvermogen zou extra individuele conditietraining moeten krijgen, iemand met te zwakke hamstrings zou een krachtprogramma moeten krijgen om zijn hamstrings te versterken. Op deze manier zouden heel wat blessures vermeden kunnen worden.

Binnen de jeugdopleiding van Jong Geraardsbergen zijn we ervan overtuigd dat het belangrijk is de spelers een algemene ontwikkeling aan te bieden. 
Het zou enorm kortzichtig zijn om enkel de “benen” van onze voetballers te trainen. De jeugd beweegt veel minder dan vroeger en dit heeft tot gevolg dat de jongeren steeds minder atletisch zijn (minder krachtig, mindere conditie, minder coördinatie, minder lenigheid). Op de club moet dit gecompenseerd worden door niet enkel voetbalspecifieke training te geven maar ook bezig te zijn met de algemene ontwikkeling van de jongeren. Concreet wil dit zeggen dat er meer aandacht moet besteed worden aan aërobe en anaërobe uithouding, de coördinatie, de looptechniek, de rompstabiliteit, de lenigheid. Deze speciale training gaat telkens door op maandagavond. Voor de allerjongsten zou het goed zijn een extra uur algemene beweging te krijgen zoals klimmen of alternatieve sporten zoals zwemmen, judo, rope-skipping enzovoort.

Lees ook de preventieve maatregelen onder Blessurebehandeling